Columbia Rivier
Door: ruudenbirgit
Blijf op de hoogte en volg Ruud en Birgit
26 April 2010 | Verenigde Staten, Coulee City
Wisselend bewolkt. Lekker weer.
Vanaf Spokane zijn we gestart met de eerste van een aantal routes door de staat Washington. Vanuit Wilbur rijden we naar het noorden naar Keller Ferry.
De saaie bruine velden van het eerste stuk worden opgesierd door de gele "zonnebloemen", blauwe lupines en polletjes witte phlox.
Het is een stuk vals plat, want opeens, als we een bocht omkomen, blijkt dat we behoorlijk hoog zitten en daar in de diepte ligt Lake Roosevelt.
Een geweldig "oohh" moment. Een aantal haarspeldbochten later zijn we bij de ferry. Hier zie ik voor het eerst tumbleweed liggen; daar las ik vaak over.
Het is een struikje waarvan het volwassen deel geheel afbreekt van de wortel. De takken van het struikje vormen een bol, waardoor hij leuk kan rollen.
Lake Roosevelt is eigenlijk een breed deel van de Columbiarivier, die met een enorme bocht om het Colleville Indianenenreservaat stroomt.
De Martha S. brengt ons naar de overkant. De weg klimt weer door puur natuur. Na de lunch op de top van de berg, komen we door "dorpjes" en in een meer agrarisch deel.
Wonderlijk genoeg zijn de lupinen hier allemaal geel-wit.
Na twee weken verbazen we ons nog steeds over de geweldige troep op de erven. Moet je je voorstellen, dat je alle auto's die hebt gereden in je "tuin" hebt staan.
Ook de boot die lek is, de vrachtauto van de buurman, de vorige camper....
We zien wel indianen, maar afgezien van huidskleur en gezicht, zien en doen ze net als de rest. Wel veel paarden in de wei en bij huis.
In het land liggen enorme zwerfrotsblokken. Ze zijn niet rond, maar grillig van vorm. Dit hele gebied heeft onder een geweldige ijsvlakte gelegen en dat is in het landschap duidelijk te zien.
Aan de andere kant van het reservaat komen we weer bij de rivier en bij de Coulee Dam. Een mijl lange stuwdam, die veel stroom genereert en overstromingen voorkomt.
Dat ook de zalmtrek en daarmee de voedselvoorziening van de indianenstammen, hierdoor verdween is een behoorlijk offer geweest.
Deze wetenschap doen we op in het bezoekerscentrum in Coulee Dam.
Toen de dam gebouwd werd, werden er twee werkdorpen gebouwd; aan weerszijden van de rivier. Een voor de werklui (Mason) en een voor de ingenieurs e.d. (Coulee Dam) Later is er een mooie brug tussen gebouwd.
Het verschil tussen de dorpen is nog duidelijk zichtbaar. Langs de brugleuningen staan borden met informatie en foto's, het is leuk en interessant om er overheen te lopen.
We rijden verder naar Coulee City, door de strenge, paarsbruine, afgeplatte rotsen van Coulee Corridor, ooit uitgesleten door het ijs, nu Banks Lake, het door de dam ontstane stuwmeer.
De ijstijd heeft hier flinke sporen achtergelaten.
Coulee City ligt aan het eind en hier blijven we vannacht.
Dag 15 26 april 2010 Wilbur, Washington - Coulee City, Washington
Wisselend bewolkt. Lekker weer.
Vanaf Spokane zijn we gestart met de eerste van een aantal routes door de staat Washington. Vanuit Wilbur rijden we naar het noorden naar Keller Ferry.
De saaie bruine velden van het eerste stuk worden opgesierd door de gele "zonnebloemen", blauwe lupines en polletjes witte phlox.
Het is een stuk vals plat, want opeens, als we een bocht omkomen, blijkt dat we behoorlijk hoog zitten en daar in de diepte ligt Lake Roosevelt.
Een geweldig "oohh" moment. Een aantal haarspeldbochten later zijn we bij de ferry. Hier zie ik voor het eerst tumbleweed liggen; daar las ik vaak over.
Het is een struikje waarvan het volwassen deel geheel afbreekt van de wortel. De takken van het struikje vormen een bol, waardoor hij leuk kan rollen.
Lake Roosevelt is eigenlijk een breed deel van de Columbiarivier, die met een enorme bocht om het Colleville Indianenenreservaat stroomt.
De Martha S. brengt ons naar de overkant. De weg klimt weer door puur natuur. Na de lunch op de top van de berg, komen we door "dorpjes" en in een meer agrarisch deel.
Wonderlijk genoeg zijn de lupinen hier allemaal geel-wit.
Na twee weken verbazen we ons nog steeds over de geweldige troep op de erven. Moet je je voorstellen, dat je alle auto's die hebt gereden in je "tuin" hebt staan.
Ook de boot die lek is, de vrachtauto van de buurman, de vorige camper....
We zien wel indianen, maar afgezien van huidskleur en gezicht, zien en doen ze net als de rest. Wel veel paarden in de wei en bij huis.
In het land liggen enorme zwerfrotsblokken. Ze zijn niet rond, maar grillig van vorm. Dit hele gebied heeft onder een geweldige ijsvlakte gelegen en dat is in het landschap duidelijk te zien.
Aan de andere kant van het reservaat komen we weer bij de rivier en bij de Coulee Dam. Een mijl lange stuwdam, die veel stroom genereert en overstromingen voorkomt.
Dat ook de zalmtrek en daarmee de voedselvoorziening van de indianenstammen, hierdoor verdween is een behoorlijk offer geweest.
Deze wetenschap doen we op in het bezoekerscentrum in Coulee Dam.
Toen de dam gebouwd werd, werden er twee werkdorpen gebouwd; aan weerszijden van de rivier. Een voor de werklui (Mason) en een voor de ingenieurs e.d. (Coulee Dam) Later is er een mooie brug tussen gebouwd.
Het verschil tussen de dorpen is nog duidelijk zichtbaar. Langs de brugleuningen staan borden met informatie en foto's, het is leuk en interessant om er overheen te lopen.
We rijden verder naar Coulee City, door de strenge, paarsbruine, afgeplatte rotsen van Coulee Corridor, ooit uitgesleten door het ijs, nu Banks Lake, het door de dam ontstane stuwmeer.
De ijstijd heeft hier flinke sporen achtergelaten.
Coulee City ligt aan het eind en hier blijven we vannacht.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley