Een spaanse parel

dag 21 28 oktober 2010 Albarracin (S)

Na een wat trage start, de zon wilde niet door de wolken komen, gaan we op pad naar de oude ommuurde stad, die hoog tegen de berg is geplakt.
Gisteren zijn we door het "nieuwe" dorp gekomen, toen wisten we nog niet wat voor parel ons vandaag te wachten stond.

Allereerst informatie gevraagd bij de VVV. De oude stad zelf is er om te bekijken en er is een wandelpad rondom de berg.
Alle informatie is in het Spaans, dus dat maakt het wat moeilijker.

Het stadje stamt al uit de tijd van de Moren en is in twee fasen gebouwd. De muren bestaan nog helemaal, waarschijnlijk wel hier en daar gerestaureerd.
Later is het in christelijke handen gekomen en werd het een belangrijke bisschoppelijke zetel.
In Spanje is Albarracin al uitgeroepen tot nationaal monument en nu komt het wellicht op de Unesco lijst van werelderfgoederen.

We beginnen met het wandelpad. Het volgt de grote bocht in de rivier waarbinnen de berg met het stadje ligt. Een prachtige wandeling met die mooie goudgele populieren.
Ergens groeit een verdwaalde witte druif en met wat klimwerk haal ik er nog een paar trossen af. Aan het eind van het pad komen we bij de eerste trap naar boven.
Er is een wirwar van straatjes, steegjes en trappen. We klimmen een van de 7 verdedigingstorens op en hebben een mooi uitzicht.

De gebouwen zijn gebouwd van een gelige steensoort, waarover een rozerode pleisterlaag, die in het licht van de namiddag een hele mooie kleur geeft.
We bezoeken het museum, maar dat is voor ons minder interessant, alles is in het Spaans. Het museum van het diocees is wel de moeite.
Al was het alleen al vanwege de 6 werkelijke schitterende wandtapijten die er hangen en die de geschiedenis van Gideon verbeelden. We verbazen ons over zoveel pracht in zo'n afgelegen dorp.
Omdat er geen enkele lijn in de straten zit, dwaal je heerlijk trap op, trap af, steeg in, plein op.

Al met al zijn we zo'n 6 uur zoet hier (gelukkig zijn er ook restaurants) en we hebben nog niet eens alles gezien. Morgen willen we in ieder geval naar de muur op de berg.
Het kasteel (de resten), de kathedraal en het klooster zijn helaas alleen te bezichtigen met een stadsgids, die uitsluitend Spaans spreekt. Kijken wat we doen.
In de omgeving is nog veel meer moois te zien, zowel te voet als met de auto. De camping gaat zondag dicht, dus veel tijd hebben we niet meer.

Het is half acht voor we weer op de camping zijn. Het was een heerlijke dag.