Bogazkale - Sinop 403 km

Zonnig en warm, bijna zonde om weer in de auto te zitten. Eerst een stuk 2-baansweg en dan komen we alweer op een mooie grote weg naar Corum. Het is opvallend hoeveel er aan de wegen is of wordt gewerkt.
Druk is het niet, maar daar zal de brandstofprijs debet aan zijn; diesel kost gemiddeld € 1,60/l. Een brood koop je voor € 0,25.

De bergen zijn mooi glad en de akkers gaan soms tot boven aan.
We moeten een pas over van ca. 1000 m., maar dat levert geen problemen op.
In en rond Corum zijn veel steenfabrieken en zoals in de meeste steden is er veel nieuwbouw in de vorm van appartementenblokken van 3 - 4 verdiepingen hoog.
Vaak wordt er een eind van de stad een plateau uitgehakt in een berg en daar verrijzen dan een stuk of 10 van die blokken. Moskee ertussen en wonen maar.

Na Corum worden de bergen steeds meer bebost. Even voorbij Havza weer een mooie pas. Na verloop van tijd krijgen we mooi uitzicht over het stuwmeer van de Kizilirmak rivier.
Het is een enorm groot meer en we rijden er bijna een uur langs (ca. 35 km). Het lijkt alsof we langs een
Noors fjord rijden.

Aan het einde van het meer zien we opeens allemaal bedijkte bekkens, een soort kwelders. Landaanwinst. Later zien we ze al begroeid met gras of andere gewassen.
Nog verder weg wanen we ons in Indonesië, allemaal rijst in de bekkens.
In de stad Boyabat, waar we dwars doorheen moeten is het verschrikkelijk druk, in tegenstelling tot in de nieuwbouwsteden, daar zie je veel minder mensen op straat.

Nog een laatste pas, door een Pyreneeën-achtig landschap. Boven ligt wat sneeuw. Inmiddels is het helemaal bewolkt geworden en het ziet er vrij onheilspellend uit in de verte.
De bijna 1200 meter afdaling naar zeeniveau gaat heel geleidelijk. Sinop ligt op een schiereiland aan de Zwarte Zee kust.

Het laaste stuk weg is vreselijk slecht, maar er wordt aan een nieuwe gewerkt. We zien de afslag naar de camping wat laat, moeten in remmen en dan achteruit. Het duurt even, want het is erg druk, maar dan zitten we op de goede weg naar Marti camping.
Die ligt zo'n 10 km van Sinop. Als we aankomen is de eigenaar net bezig het hek open te maken; hij had ons gezien bij de afslag en was snel voor ons uitgereden.

We hebben ons net zo'n beetje geïnstalleerd en een biertje gedronken, als de dreigende wolken daad bij het woord voegen en ons op een fikse bui, met onweer, trakteren. Gelukkig heb ik nog een blik erwtensoep en een rookworst in de voedselbank!
Onze regengod achtervolgt ons nu al wel erg lang.